top of page
Pleegzorg is een passie 

Wanneer ik aankom bij Wim en Hilde word ik begroet door de man des huizes met een vriendelijke lach. “Kom maar binnen, gewoon rechtdoor wandelen.”

 

Wanneer ik de houten deur open, staan er vier prachtige kinderen op een rijtje klaar. “Hallo, ik ben Michael!” hij schudt mij stevig de hand. De rest van de kinderen volgen, allemaal even enthousiast. “Ik ga ze eerst even in bed leggen,” zegt Hilde.

“Het is niet altijd zo geweest hoor,” begint Wim, “Ze hebben last van hechtingsproblemen.

Er zit een leegte in hun leven die ze niet opgevuld krijgen. Het blijft een pijnpunt.” “Wij zijn gelovig,” gaat Wim verder, “Dus wij geloven dat ze kunnen genezen en dat herstel mogelijk is.”

 

Wim (47) en Hilde (46) hebben vier pleegkinderen: Michael (10), Mandy (9), Louis (8) en Esther (7).

De vier kinderen hebben allemaal dezelfde mama en Michael en Mandy hebben dezelfde vader. De vaders van Esther en Louis zijn onbekend. Ze hebben ook twee natuurlijke kinderen Brenda (17) en Bram (15).

 

Dat brengt moeilijkheden met zich mee. Brenda zegt dat ze vaak met jaloezie te maken heeft gekregen. Iets dat mama Hilde betaamt. “De pleegkinderen voelen zich heel snel tekort gedaan. Wat een ander heeft is altijd mooier en beter. Ze hebben een laag zelfbeeld en soms hebben ze weinig respect naar de oudste kinderen toe. We proberen daar tegenin te gaan. Maar vergis je niet, er is heel veel liefde in huis.

 

Maar hun ‘ik’ is soms zo gekwetst dat ze alles rond hen willen laten draaien. Daarom leren we hen met respect om te gaan met ons en met onze andere kinderen.”

“Heel veel draait rond aandacht, ze zullen ervoor zorgen dat ze die krijgen, positief of negatief. Maar als we kijken vanwaar we komen zijn we al heel ver.”

“Ze zeggen ook alles wat in hen opkomt,” vertelt Wim, “Daar proberen we met de oudste, Michael, nu aan te werken. Niet iedereen kan gewoon zeggen wat hij of zij denkt, dat is niet werkbaar als je met zoveel mensen samenwoont. Dan leggen we hem uit dat hij niet stout is, maar dat hij moet proberen om rustiger te zijn,” aldus Wim.

Valste start

“Als je met pleegzorg begint, dan weet je dat je te maken krijgt met kinderen met een rugzak. Ze hebben een valse start genomen in het leven. En als je weet dat de eerste twee levensjaren heel bepalend zijn voor een kind op vlak van hechting en daar hun verhaal naast legt, dan begrijp je dat ze worstelen met zaken. Bijvoorbeeld Mandy, is prematuur geboren. Ze heeft eerst drie weken in het ziekenhuis gelegen. Haar natuurlijke ouders zijn met haar beginnen rondzwerven aan de kust. Ze zijn opgepakt door de politie en Mandy werd in een Centrum van Kind en Gezin (CKG) geplaatst, waar Michael reeds was. Dat is natuurlijk traumatisch voor een kind. Ze had zich volledig afgesloten van de buitenwereld. Ze was apathisch geworden. Er zijn verschillende testen geweest bij haar om te kijken of ze niet blind of doof was. Dokters dachten een tijd dat ze autistisch was want ze reageerde nergens op.

Ten einde raad

“Ze weende ook nooit toen ze bij ons kwam. Om een voorbeeld te geven, we waren voor Chanoeka (joods lichtfeest red.) naar Antwerpen gegaan en Mandy was de hele tijd stil. Ze was zo stil dat ze was weggekropen zonder dat wij het gezien hadden. We vonden haar in een andere zaal waar niemand was. Het licht was zelfs uit en daar zat zij onder een tafel, te lachen. Elk kind zou toch wenen? Maar Mandy niet,” zegt Hilde. “Na een paar maanden begon ze  wel te wenen,” gaat Wim verder, “Maar ze stopte niet meer! Al haar emotie kwam er in een keer uit.” Hilde gaat verder. “Ik werkte toen halftijds. Wim bleef thuis met de kinderen en bij hem was er nooit een probleem met Mandy. Maar wanneer ik thuiskwam begon ze non stop te huilen. Ik was ten einde raad en nam contact op met pleegzorg.

 

Zij vertelden me dat Mandy mijn moederliefde niet kon aanvaarden en dat ik zo droog mogelijk moest omgaan met haar. Tot zij aangaf dat het in orde was. Dat was heel moeilijk voor mij. Dat gaat in tegen elk moederlijk instinct dat je hebt. Maar na een tijd voelde ze zich toch thuis bij ons en at ze met ons mee, wat ze daarvoor nooit deed. Je zag dat ze echt op haar gemak was.”

“We bevestigen ook telkens dat we van hem houden en dat we er voor hem zijn, dat we hem zien, dat is belangrijk.” Hilde.

Hechtingsproblematiek is de rode draad bij de meeste pleeggezinnen, volgens Wim. “Als we spreken met andere pleeggezinnen merken we dat ze hier allemaal mee te maken krijgen. Maar dat is natuurlijk niet gek. Ze proberen te bewijzen dat wij hen ook zullen verlaten.”
“Iedereen wordt wel eens geconfronteerd met afwijzing, maar zij worden door hun ouders afgewezen, fundamentele mensen die er altijd zouden moeten zijn. Dus hoe jonger ze in een gezin terecht komen, hoe beter. We zien dat heel erg bij Louis. Hij was hier al toen hij nog maar elf maanden oud was en hij is veel beter gehecht dan de anderen,” aldus Wim.

"God was er vanaf het begin bij" 

Gelovig zijn 

“We proberen hen uit te leggen dat God er ook voor hen vanaf het begin bij was. Ook al zien ze het misschien zo niet. Hij heeft hen geleid tot bij ons en andersom. En dat is voor hen ook een verschil. Hij gaat hen nooit verlaten en Michael beseft dat het beste,” vult Hilde aan, “Als je heel ons verhaal kent, dan weet je dat God er een hand in heeft gehad. Wij waren nooit van plan om vier pleegkinderen op te vangen. Want eerlijk gezegd is dat gekkenwerk. Ik had nog maar net een depressie gehad, ik ging door een heel moeilijke periode en dan moest onze procedure nog starten.

 

Mijn familie dacht dat we gek waren geworden. We wilden beginnen met eentje, maar uiteindelijk hebben we er meteen twee genomen, Michael en Mandy.”
“Niemand wilde hen samen opvangen, maar wij kregen het niet over ons hart,” getuigt  Wim, “Ze hebben uiteindelijk alleen nog maar elkaar, dat wilden we niet verbreken. We hebben het uitgebreid besproken in ons gezin. Of we het aankonden, ook financieel. Ik had net mijn baan opgegeven omdat ik vind dat, als je in zo’n verhaal stapt, moet je er zijn voor de kinderen. Als je dan allebei fulltime werkt, dan moet je ze weer naar de opvang sturen en dat wilde ik niet.”

Hun proces verliep zeer snel. Na iets minder dan een jaar gesprekken voeren, mochten ze aan hun avontuur als pleegouders beginnen. Ze kozen meteen voor langdurige zorg. “De gesprekken waren allemaal heel interessant, we moesten een intake gesprek hebben en een cursus volgen,” aldus Wim.

Vaderfiguur

Met de vader van Michael en Mandy hebben ze een zeer goed contact, om de drie weken komt hij langs en mag hij drie uur doorbrengen met de kinderen. “In het begin moesten we hem erg sturen. Maar tegenwoordig neemt hij hen mee naar de binnenspeeltuin en maakt hij kleine uitstapjes. Dat doet hij al acht jaar zeer trouw.

“Over de papa kan ik geen slecht woord zeggen, hij doet heel hard zijn best voor zijn kinderen,” stelt Wim, “Hij vraagt onze raad als Michael jarig is, wat een goed cadeau zou zijn. Hij houdt ook rekening met onze levensstijl. Wij staan voor gezonde voeding en eten geen varken (ook geen gelatinesnoepjes) en hij neemt dan bijvoorbeeld een grote fruitmand mee in plaats van snoep.”

 

Hilde en Wim zijn erg blij met de veranderingen in het landschap voor pleegouders. “Wij hebben het iets makkelijker dan andere pleeggezinnen. Wij moeten bijvoorbeeld geen toestemming vragen om hun haar te mogen knippen,” verklaart Wim, “Wat ik wel een goede aanpassing zou vinden, is dat als ze weg zouden moeten, we nog steeds contact mogen houden met hen. Ik zou het niet aankunnen anders.”

 

Het kan altijd beter

Waar er voor hen nog werk aan de winkel is, is het financiële aspect. “Wij hebben beide onze job opgegeven om voor de kinderen te zorgen. Maar daar staat bitter weinig tegenover. Onze visie is misschien anders dan andere gezinnen, maar wij willen er zijn voor onze kinderen. We geven hen dan ook thuisonderwijs, omdat we merkten dat ze op school niet goed aardden. Hier bloeien ze helemaal op. We zijn dan ook het eerste pleeggezin dat thuisonderwijs aanbiedt. Hopelijk wordt er in de toekomst rekening mee gehouden,” besluiten ze gezamenlijk.

Pleegzorg is een moeizaam proces, maar zij laten zich er niet door uit het lood slaan “Het is moeilijk soms, maar ze komen van zo ver en we zouden hen nooit meer kunnen missen, ze zijn een deel van ons gezin,” besluit Hilde.

De namen van de kinderen zijn om privacy redenen aangepast * 

bottom of page